Afscheid van de oude tijd
De ochtend hangt zwaar boven het station, de lucht gevuld met een ijle melancholie. Stoom kringelt traag omhoog en sluiert het perron in een waas tussen heden en verleden. De trein wacht. Klaar om te vertrekken, klaar om haar mee te nemen. Klaar om het laatste restje van zijn oude leven met zich mee te voeren.
Ze staat er, met haar koffer in de hand. De vrouw die hij ooit kende. De vrouw die zijn dagen vulde met zoet gefluister en nachten met dromen die nu te ver weg lijken. Maar ze is meer dan een vrouw. Ze is het leven dat hij achterlaat. Zijn verleden. Zijn jeugd. De muziek die hij ooit speelde, de onschuld waarmee hij ooit componeerde.
"Ik wou dat ik niet hoefde te gaan," fluistert ze.
Haar stem is zacht, maar in haar ogen ziet hij de waarheid. Ze weet net zo goed als hij dat ze niet kan blijven. Dat dit moment onvermijdelijk is. Want een man kan zijn oude leven niet voor eeuwig vasthouden, hoe graag hij dat ook zou willen.
De muziek begint in zijn hoofd. Hun melodie. Maar hij weet dat het eigenlijk zijn melodie is—de klanken die hij ooit schreef toen hij nog iemand anders was. De noten die voortkwamen uit lange nachten vol dromen en naïeve hoop. Hij hoort in de melodie hun eerste ontmoeting, hun gelach, hun dansen onder straatlantaarns. Maar hij hoort ook de schaduw in de klanken. Het besef dat dit moment al lang geleden in de muziek geschreven was.
Ze glimlacht zwak. "Schrijf je me?"
Hij knikt. "Elke dag."
Ze weet dat hij liegt. Niet omdat hij haar vergeet, maar omdat hij moet doorgaan. Omdat brieven aan het verleden nooit aankomen.
De fluit van de trein snijdt door de lucht.
Ze kijkt nog één keer naar hem. Dan legt ze haar hand op zijn borst, precies waar zijn hart klopt. Waar zijn muziek leeft.
"Je weet dat je dit moet doen," fluistert ze.
Hij knikt. Hij weet het. Maar dat maakt het niet minder pijnlijk.
Ze stapt op de trede, aarzelt, kijkt hem nog één keer aan. En dan, in één vloeiende beweging, draait ze zich om en stapt naar binnen. De deuren sluiten met een dof geluid.
De trein komt in beweging.
Hij blijft achter. Op het perron. Kijkend hoe zijn verleden langzaam verdwijnt in de verte. Hoe het vervaagt, hoe het wegglijdt als een melodie die nog even in de lucht hangt voordat de stilte het overneemt.
Hij sluit zijn ogen.
De muziek speelt nog steeds.
Maar hij weet dat het anders zal klinken als hij straks weer achter de piano zit. Zijn handen zullen over de toetsen glijden, maar de noten zullen hem niet meer naar haar brengen. Ze zullen hem naar iets nieuws leiden.
Naar het leven dat op hem wacht.
Share this post